Symposium: Bach. Burgerlijk 2
Bach. Burgerlijk: Bach in de compositiegeschiedenis van de 19e eeuw
Wolfgang Sandberger muziekwetenschapper, journalist | dirigent
In 1843 wordt in Leipzig een Bach-monument onthuld, een ‘buste onder een bedekking in gotische stijl’ (Mendelssohn). Zo wordt Bach zondermeer deel van het nationale collectieve geheugen, een icoon binnen de muziekcultuur. Ook vandaag de dag is Bach een van de populairste componisten ter wereld. Veel van de percepties over Bach en zijn muziek zijn terug te voeren op zijn 19e-eeuwse ontvangst en de toenmalige toeschrijvingen aan hem. Het symposium traceert Bachs receptie in de burgerlijke muziekcultuur van de 19e eeuw.
Wolfgang Sandberger is hoogleraar musicologie en directeur van het Brahms-Instituut aan de Musikhochschule Lübeck en werkt als auteur en presentator voor verschillende ARD-zenders.
Met Brahms: ‘Wandelen op het pad van Bach’
Wolfgang Sandberger
Bijna geen enkele componist uit de 19e eeuw wordt als zo deskundig beschouwd als Johannes Brahms als het gaat om ‘muziekgeschiedenis’. Maar geschiedenis is niet zomaar geschiedenis: Met betrekking tot de intensieve studie van Beethoven is het idee van het moeizaam, soms tergend zwoegen op de ‘last van de geschiedenis’ ingeburgerd – geheel in overeenstemming met Brahms’ vaak geciteerde ‘reus die je achter je hoort marcheren’. De grote belangstelling van Brahms voor zogenaamde oude muziek lijkt daarentegen onproblematisch vanuit dit perspectief van de compositiegeschiedenis. Maar geldt dit ook voor Bach? De lezing schetst Brahms’ uiteenlopende Bach-ervaringen: ze betreffen de pianist, dirigent, verzamelaar, arrangeur en bovenal componist: ‘Brahms bewandelt soms onbewust Bachs paden, in wiens kunst hij zich zo diep thuis voelt.’ (Philipp Spitta)
Felix Mendelssohn Bartholdy en Joseph Joachim – voorlopers van Bachs cultivatie in de 19e eeuw
Christoph Arta
Toen de twaalfjarige violist Joseph Joachim in het voorjaar van 1843 naar Leipzig kwam om zijn opleiding bij Felix Mendelssohn Bartholdy af te ronden, maakte hij kennis met een beproefde Bachspecialist die de Thomascantor niet alleen onder de aandacht van zijn tijdgenoten had gebracht met de spectaculaire uitvoering van de Matthäus Passion in 1829. Zijn enthousiasme voor Bach gaf hij ook door aan zijn protégé Joachim, die hij bijvoorbeeld vertrouwd maakte met de vioolsonates en partita’s. Gedurende zijn hele leven behoorden deze tot Joachims kernrepertoire, vooral de Ciaccona uit de Partita in D-mineur. Als stichtend directeur van de Berlijnse Muziekacademie maakte Joachim ook naam als Bach-dirigent. Samen met zijn universitaire collega Philipp Spitta pleitte hij voor een filologisch gefundeerde uitvoeringsstijl en propageerde hij Bachs muziek als nadrukkelijk ‘Duitse’ kunst, vooral ten tijde van de oprichting van het Reich. De lezing volgt deze sporen en plaatst Mendelssohn en Joachim in de muziekpraktische en cultuurpolitieke omgeving van hun tijd.
Christoph Arta is promovendus en stagiair aan het Brahms-Instituut aan de Musikhochschule Lübeck.
Bach en Mahler
Peter Wollny
Het Leipziger Bach Archief is er onlangs in geslaagd om Gustav Mahlers exemplaar van de oude Bach Complete Edition te bemachtigen. Deze bestaat uit 59 delen die tussen 1851 en 1899 werden gepubliceerd (alleen deel IV met de Matthäus Passion, gepubliceerd in 1854, ontbreekt); volgens Alma Mahler was dit het enige muzikale naslagwerk in het huisje van de componist in Maiernigg. De editie is een waardevolle getuigenis van Mahlers jarenlange betrokkenheid bij Bachs werk. Vier delen (Weihnachts-Oratorium, Kunst der Fuge, Orchestersuiten, Violinsonaten) bevatten uitgebreide aantekeningen in zijn eigen hand. Deze bieden een waardevol inzicht in Mahlers analytische en artistieke benadering van Bachs muziek en zijn een onschatbare getuigenis van zijn interpretaties. In de lezing worden de delen gepresenteerd en wordt uitgelegd welke inzichten uit de aantekeningen kunnen worden verkregen.
Peter Wollnny is directeur van het Bach Archief Leipzig en hoogleraar musicologie aan de Universität Leipzig.