Wachet auf – Ontwaakt
Geestigheid en lieflijkheid: een bijna dansende virtuoos die de marimba bespeelt met vier houten mallets, gevoelig, expressief en intiem. De bekroonde Japanse marimbaspeler Kiyohiko Kudo ontlokt betoverende warmte, harmonie en melodie aan de houten klankplaten in populaire werken van J. S. Bach en twee componisten die de Zuid-Amerikaanse en Europese tradities combineren in originele werken voor gitaar. Villa-Lobos neemt Braziliaanse volksmuziek en dansen op in zijn miniaturen en laat zijn passie voor Bach doorschemeren. De Paraguayaanse Barrios had koralen van Bach, die hij erg bewonderde, gehoord in de kathedraal van Montevideo. ‘La Catedral’ – een klassieker uit de gitaarliteratuur zoals de Preludes van Villa-Lobos – roept de stilte en spiritualiteit van het kerkinterieur op, maar ook de drukte en het lawaai van de straat.
Kiyohiko Kudo studeerde af aan de Hochschule für Musik Detmold bij Peter Prommel en Fumito Nunoya. Tot zijn talrijke prijzen behoort de aanmoedigingsprijs van het GWK (2016). De marimbaspeler treedt op in Duitsland en Japan.
Musici
Kiyohiko Kudo Marimba
Programma
Bach: Wachet auf, ruft uns die Stimme, BWV 645 | Ich ruf zu dir, Herr Jesu Christ, BWV 639 | Jesus bleibet meine Freude, BWV 147 | Sinfonien Nr. 1 BWV 787, Nr. 6 BWV 792, Nr. 7 BWV 793, Nr. 14 BWV 800 | Heitor Villa-Lobos (1887–1959): Präludium für Gitarre Nr. 1, Nr. 2, Nr. 5 | Agustín Barrios (1885–1944): La Catedral
Sint-Clemenskerk
De Sint-Clemenskerk werd tussen 1745 en 1753 gebouwd volgens de plannen van architect Johann Conrad Schlaun als klooster- en hospitaalkerk voor de Broeders van Barmhartigheid. Het gebouw werd geïntegreerd in de kloostergebouwen en stond oorspronkelijk niet op zichzelf, zoals vandaag de dag het geval is. Het chronogram van de inscriptie op het portaal van de kerk noemt de stichter en het jaar van voltooiing van de ruwbouw 1751: PRO PERENNI VERAE MISERICORDIAE SIGNO EXPENSIS SVIS ERIGEBAT AVGVSTVS BAVARIAE PRINCEPS PATER PATRIAE: ‘Als eeuwigdurend teken van barmhartigheid richtte de landsvader en prins August van Beieren deze kerk op eigen kosten op’. Het stucwerk in de kerk werd gedaan door stukadoor Jakob Rauch uit Wessobrunn, de fresco’s op het koepelgewelf door Johann Adam Schöpf, het schilderij op het hoofdaltaar door Giovanni Battista Pittoni uit Venetië en de zijaltaarstukken door Carlo Carlone. Op 30 september 1944 werden de kerk en het ziekenhuis verwoest tot aan de omringende muren. De kerk werd tussen 1956 en 1959 herbouwd zonder de bijbehorende ziekenhuisgebouwen, waardoor het gebouw zijn opvallende stedelijke integratie verloor. Het interieur, inclusief de koepelfresco, werd gereconstrueerd tussen 1961 en 1974, waarbij Paul Reckendorfer uit Wenen (net als bij het Erbdrostenhof) de koepelschildering restaureerde. Siegfried Springer was verantwoordelijk voor het beeldhouwwerk.